Je kunt op veel manieren een dampartij analyseren. De meest gebruikelijke manier is natuurlijk hard werken, bekijken wat goede en slechte zetten waren, wat beter kon en wat bijvoorbeeld de beslissende fout is geweest, en dat alles dan ook nog een beetje fatsoenlijk en leesbaar neerzetten voor de lezer. Tenminste: als je vindt dat de lezer belangrijk is. Hier is niets mis mee. Integendeel: wil je beter worden en wil je leren, dan moet je gewoon hard analyseren en dat ook goed neerschrijven, want dat ordent je denken. Maar er zijn meer manieren om te kijken naar een dampartij. Er zijn meer manieren om beter te leren dammen; dat hoeft heus niet alleen met diepe varianten. Bij Guntis Valneris tegen Oege Dijkstra kun je bijvoorbeeld kijken hoe de Letse ex-wereldkampioen omgaat met de voorzichtige ruilaanpak van zijn tegenstander. Daar is bijvoorbeeld mentale rust voor nodig en je moet je zeker niet gaan ergeren. Daar kun je dus veel van leren, als je zelf in zo’n situatie terecht komt. Bij Valneris-Dijkstra kun je ook kijken naar de structuren van beide spelers en hoe die zich ontwikkelen door de hele partij heen. Het beste is als je in een partij alles laat samenkomen, maar dat vraagt nogal wat:
⦁ Je houdt rekening met je tegenstander.
⦁ Je let goed op je eigen structuur en op die van je tegenstander.
⦁ Je kent ook de verschillende spelvormen.
⦁ Je weet ook wat “de juiste techniek” is in bepaalde posities.
⦁ Soms tel je toch ook maar een keer de tempi.
⦁ Kun je laveren van het een naar het ander?
⦁ In een dunne stand hanteer je de methode uit mijn damboeken GPS 6 en GPS 7.
Waarschijnlijk vergeet ik nog wel een en ander.
Dit is veel gevraagd om dat samen te laten komen in één partij. In de praktijk is het dus moeilijk om dit alles goed te wegen. In de praktijk laten veel spelers bijvoorbeeld de tempi overheersen bij hun beslissingen, of de ruilen die ze willen nemen. Deze partij van Valneris heb ik in veel van mijn trainingen gebruikt: als het goed is, weet ik wat de gemiddelde speler ongeveer denkt, en ook dat aspect probeer ik mee te nemen in deze bespreking. Laat verder vooraf duidelijk zijn: de lezer zal geen varianten tegenkomen. Dat is geen luiheid van mij, maar ik denk dat tekst veel beter past om deze partij goed te begrijpen. Verder heb ik niet gesproken met Valneris en ook niet met Dijkstra (dat was wel een goed idee geweest), maar toch zal ik me pogen in te leven in hun overwegingen en de lezer moet zelf bepalen of dat overtuigend klinkt. Tot slot van deze inleiding had ik misschien ook nog een soort van “leeswijzer” kunnen geven aan de lezer, een voorbeeld: “Speel deze partij pak hem beet tien keer na en kijk eerst alleen naar de ontwikkelingen op wits linkervleugel”.
Nog een laatste opmerking vooraf: VBI Huissen werd in deze wedstrijd landskampioen. Valneris was als achtste speler uit en door zijn overwinning kwam Huissen met 9-7 voor. Door mijn remise tegen Taeke Kooistra werd het 10-8 en door de remise van Gérard Jansen tegen Wytze Sytsma won VBI Huissen met 11-9 van Damcombinatie Fryslân. Dit bleek tevens de laatste wedstrijd van Valneris te zijn voor Huissen, want in het seizoen 2024-2025 gaat hij juist spelen voor het Friese team. Al deze elementen maken het ook al tot een bijzondere partij.