Un baobab africain est tombé, een Afrikaanse baobab is gevallen, zo luidt het rouwbericht over N’Diaga Samb (58) van de denksportorganisatie in Kameroen. De vergelijking met de boom die duizenden jaren oud kan worden zegt iets over de statuur van de Senegalese grootmeester, die niet alleen zijn land vertegenwoordigde als wel het hele Afrikaanse continent. Hij stierf aan een hartaanval, vlak na zijn dankwoord bij de sluiting van het Tournoi d’Elite de Dakar, maar nog vóórdat hij zijn prijs in ontvangst kon nemen, aldus Jean Marc Ndjofang. Hij noemt Samb zijn ‘peetvader’ die hem hielp bij zijn eerste optreden op het internationale damtoneel in 2001.
Samb speelde in 1991 voor het eerst in het buitenland en schreef direct het Brunssum Open op zijn naam; een toernooi waar hij nog vaak zou terugkeren en in totaal vier keer won. In de Challenge Mondial in Stadskanaal in 1997 brak hij echt door: hij wist zich in een veld vol wereldtoppers te plaatsen voor de finalepoule en won bovendien de prijs voor de mooiste partij voor zijn overwinning op Baljakin, die bekend zou worden als de ‘Samba-swing’ (25.23-19! 29.19-14!). In 2000 en 2004 schreef hij het Bijlmertoernooi op zijn naam en in 2003 haalde hij de hoogste rating voor een Afrikaanse speler ooit (2393, 9de plek). In 2005 werd hij vijfde op het WK – die resultaten heeft hij daarna niet meer kunnen evenaren, al mocht hij in 2016 het Afrikaans kampioenschap aan zijn palmares toevoegen.
In al die jaren heeft Samb zich ook naast het bord in het collectieve damgeheugen genesteld: iedereen die hem heeft zien spelen heeft wel een verhaal en die werden dan ook rijkelijk gedeeld na zijn overlijden. Zelf moet ik terugdenken aan het moment dat hij de microfoon greep tijdens de sluiting van het WK 2015 in Emmen – de 17-jarige Jan Groenendijk was daar op een haar na wereldkampioen geworden en Samb complimenteerde hem op geheel eigen wijze: “I always wanted to call myself Alexander Samb, because they are so strong (Georgiev, Shvartsman, Baljakin, Getmanski). But now, I would like to call myself Jan Samb!” Hij heeft de wereldtitel van Groenendijk gelukkig nog kunnen meemaken.
Op het bord was Samb levensgevaarlijk voor iedereen en heeft de scalps van Shvartsman, Georgiev, Valneris, Baljakin en Virny op zijn naam staan – daar staan dan wel weer veel nederlagen tegenover, maar dat benadrukt alleen maar Sambs onverschrokkenheid.