In de 10e ronde van het Nederlands kampioenschap 1963 in Apeldoorn neemt Geert van Dijk (r.) het op tegen koploper Pieter Bergsma. Piet Roozenburg observeert hoe de concurrentie het doet. Foto: Nationaal Archief
break-out 2 Beeke - Van Dijk
Maar het is mij hier bovenal te doen om een voorval dat ongeveer halverwege de ronde plaatsvond. Ik was −naar ik mag hopen op zíjn verzoek− met Keller in gesprek geraakt toen Beeke, die het bord waaraan hij tegen Geert van Dijk speelde even had verlaten, langs kwam lopen. Bij het passeren van de perstafel sprak Beeke, uiteraard op gedempte toon maar goed verstaanbaar voor mijn −toen nog− jeugdige oren, de historische woorden:
„Van Dijk kan dam nemen.”
Ik weet nog precies dat hij het zó zei en niet anders. Dat komt mede door die formulering “dam nemen”, een term die mij destijds volkomen vreemd was en die ikzelf tot op de dag van vandaag nog nooit heb gebezigd. Wél “een combinatie nemen”, “een slagzet nemen” of “naar dam combineren”, maar “dam nemen” − nooit van gehoord. (Behalve dus van Beeke.) Maar zijn bewering klopte natuurlijk als een bus:
(J.H. Beeke-G. van Dijk 1963)
(Dit laatste zou overigens níét het geval zijn geweest wanneer wit 35.49-43 (maar veiliger en −vooral− veel logischer is 35.27-22!?) in plaats van 35.40-35 had gespeeld: dan schijnt het afspel na 41.44-39/40-34! enzovoort remise te worden. Maar van computerprogramma’s als Kingsrow en dergelijke had men in 1963 nog geen weet.)
Zoals gezegd: een buitengewoon verrassende, tamelijk verborgen combinatie, waarvan ik in de hele damliteratuur zegge en schrijve één ander voorbeeld heb kunnen vinden. Ik doel op de vierde en laatste interlandpartij Clerc-Tsjizjov 1989. De 11x11-stand die zich in dat duel voordeed, verschilde op slechts drie onderdelen van Beeke-Van Dijk 1963. Zo stonden bij Clerc de schijven 44 en 49 op de velden 43 en 48, terwijl niet wit maar zwart aan zet was. Maar juist die aanwezigheid van de witte kroonschijf trok de angel uit de combinatie: na Tsjizjovs 33…23-29 34.34x23 17-22 kon Clerc gewoon met 28 slaan (35.28x17* 11x31 36.37x26 19x37 37.42x31), wat nog geen twee zetten later (37…6-11 38.38-32 11-17) in een vredesovereenkomst resulteerde.
Intussen vraagt u zich natuurlijk met allengs stijgende nieuwsgierigheid af hoe het nu in hemelsnaam tussen Beeke en Van Dijk verderging. Welnu. Ook in deze ontmoeting toonde Beeke zich, evenals in 1957, scherper van geest dan zijn gerenommeerde tegenstander. (Al is het waar dat men, omdat hij de mogelijkheid 35…23-29!! enzovoort te laat onderkende, ook van “l’esprit de l’escalier” zou kunnen spreken.) Want Van Dijk ontging de combinatie überhaupt! De Bennekommer speelde
Er zijn twee redenen waarom ik bovenstaande herinnering tot elke prijs voor de vergetelheid heb willen behoeden. De eerste is dat het voorval heel treffend de scherpte en alertheid illustreert waarmee ik Beeke’s spel, hoe ongepolijst soms ook, pleeg te associëren. Maar er is ook nog een heel andere reden.
Als gevolg van een typefout in het Partijenboekje van het NK 1963 is de partij-in-kwestie eveneens verkeerd in Turbo Dambase en Toernooibase ingevoerd. In plaats van 34.43-38 laat men wit namelijk het afzichtelijke 34.42-38?? spelen. Daardoor lijkt het alsof Beeke en Van Dijk eigenlijk helemaal niet konden dammen: de laatste lijkt tot viermaal toe (34…23-29 +; 35…23-29 +; 37…24-29 +; 40…19-23 +) een elementaire combinatie te verzuimen die de eerste zo dom is geweest steeds weer open te zetten…
Van dat alles was in werkelijkheid natuurlijk geen sprake. En dat diende −en dient nog steeds!− te worden rechtgezet.
[Klik hier om terug te keren naar de hoofdanalyse.]
(Taal)fout gezien? Mail naar [email protected].