Banner Analyse

Damkunst

Georgiev - Gulyaev

Georgiev - Gulyaev

Alexander Georgiev, hier in actie tijdens Open Flevoland 2018, kwam de afgelopen jaren maar nauwelijks in actie. Maar zijn duel met Nikolai Gulyaev kan met recht een pareltje genoemd worden, een partij waarin hij een grootse, creatieve prestatie verricht. Foto: foto.kndb.nl

Geniaal dubbeloffer dwingt oud-kampioen van Rusland op de knieën

Auteur: Ben Provoost
Alexander Georgiev veroverde in april de Russische damtitel. Afgaand op door Toernooibase verstrekte statistieken was het de dertiende keer dat hij dit kunstje flikte. In 1995 lukte het Georgiev voor het eerst om de concurrentie achter zich te laten in het vanouds sterkste nationale damkampioenschap ter wereld.
Diverse namen van oud-winnaars lieten in het kampioenschap van 2023 verstek gaan. Alexander Shvartsman woont tegenwoordig in Nederland en deed om begrijpelijke redenen niet mee. Alexey Chizhov liet het toernooi eveneens schieten. Spelers als Ivan Trofimov, Vladimir en Maksim Milshin, Ainur Shaibakov -zij wisten allen het kampioenschap eerder te winnen- gaven evenmin acte de présence. Ook de sterke grootmeester Murodullo Amrillaev -in 2011 vicewereldkampioen- verscheen niet aan de start.
Heel spannend wordt het jongste kampioenschap van Rusland niet. Al in de eerste ronde schiet de latere winnaar raak - tegen Alexander Ldokov. In de volgende zeven ronden weet hij nóg vier keer het net te vinden.
Hoewel er op het moment van schrijven slechts vier partijen (allen van Georgiev) in Toernooibase staan van dit toernooi, durf ik de stelling wel aan dat Georgiev in zijn duel met Nikolai Gulyaev niet alleen zijn grootste sportieve prestatie neerzette, maar ook zijn grootste creatieve prestatie. Alle reden dus om in deze bespreking de schijnwerpers op dit duel te zetten.
De partij stamt uit de vijfde ronde. Tot en met ronde vier kunnen beide spelers bogen om mooie scores. Georgiev gaat met 7 uit 4 aan de leiding, Gulyaev volgt met Alexander Getmanski op een punt achterstand. Na overwinningen in ronde vijf en zes loopt Georgiev drie punten uit op de concurrentie, een gat dat niet meer kleiner wordt Niettemin is ronde zeven erg spannend, want de degelijk aanvallende titelverdediger, Sergey Belosheev, krijgt een zeer goede winstkans tegen Georgiev. Als Belosheev deze niet benut en het duel in remise eindigt, kan de inwoner van Ufa al een ronde voor het einde tot kampioen worden gekroond.
Op respectabele afstand finishen vijf spelers met tien punten, onder wie Gulyaev. Aanvullende criteria wijzen echter Getmanski en Belosheev aan als tweede- en derdeprijswinnaar.
Voor inhoudelijk in te gaan op Georgiev-Gulyaev kort iets over de zwartspeler. Deze 33-jarige Rus is een sterke dammer, getuige ook zijn FMJD-rating van 2311. Zijn eerste aansprekende succes boekte hij in 2007, toen hij het jeugdwereldkampioenschap op zijn naam wist te schrijven. Nadien bleven écht grote successen uit, met uitzondering van het winnen van het kampioenschap van Rusland 2018. Overigens deed Gulyaev eind 2021 ook nog van zich spreken door Polish Open Julinek Park te winnen, voor onder anderen zijn landgenoten Alexander Getmanski en Marsel Sharafutdinov.
In het in april gespeelde toernooi zaten Georgiev en Gulyaev voor de tiende keer tegenover elkaar, aldus Turbo Dambase - rapid- en sneldampartijen niet meegerekend. Voorgaande negen keren wist Georgiev twee keer te winnen (in het Russisch kampioenschap van 2010 en 2012). De overige duels tussen de twee combattanten eindigden in een puntendeling.
Georgiev-Gulyaev 2023 kenmerkt zich allereerst doordat de zwartspeler zijn grote tegenstander op afstand probeert te houden. Zwarts derde zet spreekt bijvoorbeeld boekdelen en ook zijn twaalfde zet is ronduit passief. Desondanks -of liever gezegd: dankzij te voorzichtig opereren van Gulyaev- krijgt Georgiev al spoedig aantrekkelijk spel. Met subtiele ruilen dunt hij zwarts lange vleugel uit en werkt hij aan een omsingeling van het zwarte centrum - waarbij te allen tijde een switch naar gunstig klassiek spel tot de mogelijkheden behoort.
Na een verrassende overgang naar half-open klassiek (25.38-32) moet zwart secuur spelen. Nadat Gulyaev enkele keren niet het beste tegenspel weet te vinden, komt hij in zwaar weer terecht. In een tactisch steekspel met tijdelijke offers over en weer grijpt de voormalige kampioen van Rusland mis. Met een fraai dubbeloffer (40.26-21, 41.27-22 en 42.29-23) plaatst Georgiev Gulyaev voor onoverkomenlijke moeilijkheden. De zwartspeler weet het nog tot een overmachtseindspel te schoppen, maar Georgiev werkt het onberispelijk af.

 1.32-28

Deze openingszet verdient niet de originaliteitsprijs. Dat 1.32-28 ook onder topspelers de meest favoriete eerste zet is, zal er ongetwijfeld mee te maken hebben dat wit schijf 46 snel kan ontwikkelen. Nog een reden om deze zet te doen, is dat wit even afwacht en zo als het ware de bal bij zwart legt.

 19-23

De kans is groot dat hiermee wits voorbereiding werd doorkruist. Het was, aldus Turbo Dambase, slechts de 9e keer in zijn carrière dat Gulyaev zich van dit symmetrische antwoord op 1.32-28 bediende.

 2.28x19 14x23 3.35-30!?

Interessant! Volgens Turbo Dambase heeft Georgiev deze zet op dit moment namelijk nog nooit eerder gespeeld.
Duidelijk is dat deze scherpe zet niets aan de verbeelding overlaat: wit wil een gevecht van nabij.

 10-14

En ook zwarts reactie is veelzeggend. Net als in een aantal eerdere partijen tussen de twee houdt Gulyaev graag de boot af tegen zijn illustere tegenstander.

Het meest gebruikelijke antwoord is 3...20-25
'Theorie' is ook 3...18-22 , een voortzetting die Baliakin en Gantvarg beschrijven in hun bekende boek over de opening 32-28 19-23.
 4.40-35!?
Met 4.30-25 14-19 5.25x14 19x10 6.34-30 had de witspeler in de voetsporen kunnen treden van Hans Jansen. Deze Amsterdamse grootmeester speelde regelmatig zo en boekte fraaie overwinningen met deze speelwijze. Wel verkiest Jansen op de derde zet 34-30 in plaats van het messcherpe 35-30.
Georgiev trekt echter zijn eigen plan. Hij blijkt ook niet geïnteresseerd in het theoretische voordeel dat hij met 4.30-25 zijn randschijf op 35 kan oplossen. Al dan niet toevallig doet dit weer denken aan Alexander Dibman. Van deze voormalige stadgenoot van Georgiev zijn diverse voorbeelden bekend waarin hij in soortgelijke standen eveneens een 'voordeeltje' laat voor wat het is ten gunste van zo scherp mogelijk spel.
 4...13-19
Geheel in lijn met zijn vorige zet ziet Gulyaev wederom af van het scherpe 4...20-25
 5.30-25

Wit schuift schijf 30 door naar veld 25. Een aanknopingspunt is schijf 5, die wellicht moeilijk in het spel kan worden gebracht.
Omdat zwart met zijn vorige zet aankoerst op een zo sterk mogelijke lange vleugel, lijkt een vuist bouwen met 45-40/44-40 en vervolgens 33-28x28 (in de hoop later veld 24 te kunnen bezetten) minder kansrijk.

 8-13 6.34-30
 17-21

Zwart verklaart zich.

Niet aantrekkelijk is 6...20-24 omdat wit met 7.33-28! 23x32 8.37x28 tegen schijf 5 kan gaan spelen.
Het afwachtende 6...2-8 kan tot een sleutelpositie leiden die bekend is uit een andere opening: 7.45-40 17-22 8.37-32 11-17 9.41-37 6-11 10.46-41 1-6 11.50-45 4-10 12.31-26 en er prijkt een positie op het bord die doorgaans ontstaat na de beginzetten 1.32-28 17-22 2.28x17 11x22 3.37-32 6-11 4.34-30 enzovoorts. Zie voor een bespreking van deze opening door Ton Sijbrands het boek "Jubileummatches 10 jaar "Dammen"", pagina 45 en verder.
 7.30-24!?

Niet de spannendste zet, maar wel een met een duidelijk plan: wit wil met de ruil zwarte lange vleugel verzwakken. Mogelijk voorvoelde Georgiev hier al dat er kansen zullen komen op een centrumomsingeling.

Een ander idee is 7.45-40 2-8 8.40-34 11-17 9.31-26 7-11 10.44-40 1-7 11.50-45 en na 4-10 ontstaat een bekende stelling uit de opening 1.32-28 17-22 28x17 12x21 3.34-30. Alexander Getmanski bespreekt deze positie op pagina 138 van zijn boek "KURS DEBIUTÓW"
 7...20x29 8.33x24 19x30 9.25x34

Zwart moet nu iets doen aan de simpele dreiging 31-27! w+.

 14-19 10.35-30 2-8
Om de ruil 30-24 tegen te gaan, komt ook 10...15-20 in aanmerking.
 11.30-24!

Opnieuw een aanslag op zwarts linkerflank.

 19x30 12.34x25 21-26?

Omdat Turbo Dambase niet beschikt over de optie om zetten te voorzien van een vraagteken tussen haakjes, verdient deze zet een naakt vraagteken.
Veel actiever is namelijk

12...13-19! Een belangrijk voordeel van deze zet boven de partijzet, is dat zwart schijf 21 niet automatisch degradeert tot randschijf, maar de optie openhoudt om deze schijf in de toekomst naar veld 27 te dirigeren en zo een veel actievere bestemming krijgt.
 13.31-27!

Verhindert de opbouw 11-17.

 5-10 14.45-40 10-14 15.40-34 14-19 16.39-33 9-14 17.34-30!

Voordat zwart een krachtige stand opbouwt, staat wit alweer klaar om het ontluikende sterke centrum uit te hollen.

 12-17

Eindelijk kan zwart zich weer een zet op rechts permitteren. Dat was niet het geval geweest na

17...15-20 18.30-24 20x29 19.33x24 19x30 20.25x34 waarna zwart voorlopig zijn korte vleugel niet kan ontwikkelen.
 18.30-24!

Het logische gevolg van wits vorige zet. We zagen deze ruil vaker en het doel is onveranderd. Wit neemt op de koop toe dat de tempiverhouding oploopt tot -10.

 19x30 19.25x34 7-12 20.44-40 4-9 21.50-44!

Wit meent wel zonder de olympische formatie (45/40) te kunnen en dirigeert schijf 50 naar het midden.

 14-19

Zwart neemt hiermee definitief afscheid van de formatie 3-9-14. Deze formatie had Gulyaev voorlopig intact kunnen laten als hij had gekozen voor

21...17-22 22.44-39 22x31 23.36x27 13-19 en vervolgens 8-13 en 11-17. Het is moeilijk te zeggen of dit beter was geweest.
 22.40-35 9-14 23.44-39
 3-9

Geen vrijblijvende beslissing. Zwart moet straks immers links een lastige beslissing nemen:
a. 15 naar 24 dirigeren. Het gevolg daarvan kan zijn dat er een klassieke positie op bord komt waarin schijf 9 gaat 'hangen'.
b. opbouwen met 14-20, 9-14 en 20-24. Zwart riskeert daarmee dat schijf 15 achterblijft.
De alternatieven zijn echter ook niet om over naar huis te schrijven:

Op 23...17-21? is het standaardoffer 24.27-22! 18x27 25.33-29 3-9* 26.29x7 1x12 onaantrekkelijk voor zwart.
Evenmin prettig voor zwart is 23...17-22? 24.33-29! 22x31 25.36x27  en nu bijvoorbeeld 11-17 26.38-33! 3-9 27.35-30! met gebonden spel voor zwart.
23...1-7 heeft ook zijn bezwaren.  Na 24.49-44 lijkt het erop dat zwart zijn problemen alleen maar voor zich heeft uitgeschoven.   Op 17-21? wordt zwart weliswaar niet meer geplaagd door het schijnoffer 27-22 en 33-29, maar nu is 25.33-29! 21x32 26.38x27 3-9 27.35-30! bijzonder problematisch, omdat de zwarte vrijheid om op rechts te spelen tot nul is gereduceerd vanwege kleine damcombinaties.
Een idee is om verder te gaan met 23...14-20 24.34-30 17-22 De achterliggende gedachte is dat zwart (door veld 14 open te houden) niet bang hoeft te zijn voor een achtergebleven schijf op 15, omdat er na 30-25 altijd achterwaarts geruild kan worden met 19x10. En met een (herhaalde) achterloop op 27 verliest zwart weliswaar tempi, maar hij dunt de stand ook uit en maakt ruimte om schijf 6 te ontwikkelen.
Toegegeven, vetpot is het niet. Zwart mag hooguit hopen dat hij de witte omsingelingspogingen van zich kan afslaan.
 24.34-30 17-21
 25.38-32!?

Een interessante, ambitieuze en kansrijke zet. Opmerkelijk is dat drie comuterprogramma's na enig nadenken elk een andere voorkeurszet hebben:

Scan: 25.36-31 21x32 26.37x28 23x32 27.38x27 26x37 28.41x32 
Voor al deze voortzettingen geldt dat wit onmiskenbaar gemakkelijker staat en hem de beste kansen moeten worden toegedicht in een (gesloten) klassiek afspel dat vermoedelijk later zal ontstaan. Maar dat Georgiev voor een scherper voortzetting kiest, is begrijpelijk. Zeker ook gezien zijn voorliefde voor half-open klassiek.
 25...15-20?

De opmars van 15 naar 24 speelt wit in de kaart. Zwarts wens om veld 24 te bezetten, leidt ertoe dat wit binnen tien zetten zélf zal infiltreren op dit cruciale veld.
Had zwart beter? Vier alternatieven nader beschouwd:

De paniekreactie 25...23-29? 26.33x24 14-20 , een rigoureuze poging om de witte omsingeling te dwarsbomen, faalt eveneens: 27.42-38! 20x29 28.38-33! 29x38 29.37-31! 26x28 30.43x3 21x32+-
Op 25...11-17 krijgt wit na 26.33-28! het beste van het spel. Er kan bijvoorbeeld volgen: 14-20 27.43-38!
Aan 27.37-31 26x37 28.42x31 heeft wit niets, omdat sterk 20-24! en aansluitend 24-29! volgt.
27...9-14 28.49-43 6-11 29.39-33 20-24 30.37-31! 26x37 31.42x31
21-26 32.41-37! 17-21 33.47-42 1-6 34.30-25 11-17
35.27-22!
Aantrekkelijk lijkt 35.43-39?! waarna 17-22 36.28x17 24-29 37.33x24 19x30 38.35x24 gedwongen lijkt. In dit geval is het gedwongen maar sterk, mits zwart maar
14-20! speelt
Het verleidelijke 38...23-28? 39.32x23 21x34 faalt vanwege de fraaie tegencombinatie 40.24-20! 15x24 41.46-41! 18x29 42.42-38! 12x21 43.31-27 21x43 44.48x10 en zwart zal z'n best moeten doen om nog een punt te halen.
39.25x14 en dan pas 23-28 speelt. Na 40.32x23 18x9 Na het verplichte 41.27-22 kan zwart altijd 12-18 spelen, waarna hij zijn verloren schijf terugwint mét een perspectiefrijke stand.
35...18x27 36.31x11 6x17 37.36-31! en in het gesloten klassieke speltype heeft wit de beste vooruitzichten.
De beste zet lijkt 25...1-7! De hoofdvariant luidt nu als volgt: 26.42-38!
26.39-34? 23-29! 27.33x24 14-20 met voordeel voor zwart.
26...14-20 27.39-34! Zwart heeft nu twee logische voortzettingen:
20-25? Niet de beste.
Vanwege voorgaande varianten lijkt zwart aangewezen op 27...20-24 , maar ook dan zet wit een omsingeling op poten: 28.49-44!
Verliezend is 28.47-42? 24-29! 29.33x24 9-14! 30.36-31 11-17 en wit heeft geen goede zet meer.
28...9-14 29.44-40 11-17 30.47-42 Zwart moet nu danig op zijn tellen passen:
6-11?
Gevaarlijk voor zwart is ook 30...7-11 31.33-29! 24x33 32.38x29 17-22 33.43-39 22x31 34.36x27 en na het voor de hand liggende 11-17 kan wit al combineren met 27-22 enzovoorts, hoewel 35.30-24! 19x30 36.35x24 volgens de computer nóg sterker is.
Strikt genomen niet fout is 30...24-29 31.33x24 7-11 32.36-31* maar dan moet zwart niet vervolgen met 17-22? Zwart lijkt het nu voor elkaar te hebben, omdat 41-36 en 43-39 combinatief verhinderd zijn.
Aangewezen is het realistische 32...23-28 33.32x23 18x20 34.34-29 21x32 35.37x28 26x37 36.41x32 , met verdedigbare stand.
33.38-33!! Een 'onmogelijke' zet.
23-29 34.34x23 18x36 35.27x20 36x49 36.24x2 15x24 37.30x19 met een heel slecht eindspel voor zwart.
30...17-22 31.33-29 24x33 32.38x29 22x31 33.36x27 6-11 en nu adviseert de computer 34.32-28!?
Omdat op 34.43-39? 23-28! bezwaarlijk is.
34...23x32 35.27x38 11-17 36.43-39 17-22 en de aanval tegen zwarts verzwakte lange vleugel gaat door na 30-24x24 of 30-25.
Verrassend genoeg is zwarts sterkste voortzetting het geforceerde 30...15-20! 31.30-25
Aan 31.33-29 24x33 32.38x29 20-25 heeft wit weinig.
31...23-29! 32.34x23 19x39 33.43x34 13-19 34.34-30 Na enkele zetten wordt duidelijk dat zwart de witte klaverbladopsluiting niet hoeft te vrezen. 18-23 35.38-33 12-18 36.40-34 8-13 37.34-29 Wat anders? 23x34 38.30x39 7-11! 39.39-34 18-23 40.34-30 De nieuwe klaverbladopsluiting is economischer dan de vorige, maar zwart hoeft zich geen zorgen te maken. 13-18!
41.36-31 Wit heeft niet beter. 18-22! 42.27x29 21-27 43.32x12 11-17 44.12x21 16x38 45.33x42 24x33 46.48-43 en ondanks schijfachterstand is het eerder zwart die beter staat.

De conclusie van deze variantenbrij is dat zwart na 25...1-7! 26.42-38 14-20 27.39-34 20-24 28.49-44 9-14 29.44-40 11-17 30.47-42 een fractie gemakkelijker staat als hij 30...15-20! enzovoorts weet te vinden.
De prachtzet 25.38-32!? vergt echter dusdanig veel van de zwartspeler dat hij al meteen een fout maakt, waarna analytisch bezien voor het eerst in deze partij het strategische evenwicht in deze partij verbroken wordt.
31.33-28!+-
28.43-39! Van de vier speelbare zetten zijn er drie verliezend: 11-17?
28...15-20 Feitelijk de enige. 29.47-42 20-24 30.49-44 11-17 31.33-29 24x33 32.38x29
Sterk is ook 32.39x28
32...19-24 33.30x28 18-22 34.27x18 13x24 en hoewel zijn lange vleugel zwaar onderbezet is, blijft zwart op de been.
29.37-31! 26x28 30.33x2 21x43 31.49x38+-
 26.42-38 20-24 27.39-34 11-17 28.47-42 6-11?
Zwart had er verstandiger aan gedaan de aftocht te blazen met 28...24-29 29.33x24 23-28 30.32x23 18x20 , met passief doch houdbaar spel.
28...1-7 29.33-29 24x33 30.38x29 17-22 31.43-39 22x31 32.36x27 23-28 33.32x23 19x28 Op deze uitval naar de zesde rij kan wit op drie verschillende manieren reageren:
 Het meest interessant (maar wellicht niet het beste) is 34.30-24!?
34.29-24 21x32 35.24-19 14x23 36.39-33 28x39 37.37x19 13x24 38.30x19 39x30 39.35x24 Wit heeft een schijf geofferd, in de hoop te kunnen doorbreken. Met 7-11 40.24-20 8-13 41.19x17 11x22=  boort zwart deze hoop de grond in.
Wits beste voortzetting is het weinig spectaculaire maar niettemin sterke 34.39-33 28x39
Slechter lijkt 34...21x32 35.33x22 18x27 36.37x28 enzovoorts.
35.34x43 21x32 36.37x28 Zwart zal secuur moeten spelen om het nadeel binnen de perken te houden.
34...21x32 35.34-30!
Het idee 35.42-38? 32x43 36.49x38 zoals gespeeld in de partij, faalt op 28-32!-+
35...14-19
Ondanks dat wit dan 30-25 en 24-20 kan doen (met op termijn doorbraak) is 35...16-21 volgens de computerprogramma's beter.
36.30-25! 36...19x30 37.35x24! Wit krijgt nu kansen, zoals de volgende variant laat zien: 9-14 38.49-43! 12-17?
Zwarts beste verdediging is 38...16-21 39.42-38 28-33 40.38x16 33x44 41.43-39 44x33 42.29x38 , hoewel wit duidelijk de leiding blijft houden.
39.39-33! 28x39 40.43x34
14-19? 41.37x28 19x39 42.28-22! 18x27 43.48-43 39x37 44.41x3+-
 29.33-29! 24x33 30.38x29 17-22

Zwart heeft twee alternatieven:

30...1-7 31.43-39 17-22
Slechter is 31...23-28 32.32x23 21x32 33.37x28 26-31 34.36x27 18-22 35.27x18 13x44* 36.49x40 19x28 en met 30-25/29-24! zet wit de aanval in op zwarts onderbezette lange vleugel.
32.39-33 22x31 33.36x27 11-17 34.41-36 17-22 35.30-25!
35.46-41? 22x31 36.36x27 maakt het schijnoffer 23-28! 37.33x22 18-23! 38.29x18 12x23  mogelijk.  Belangrijk is dat 39.32-28 weinig om het lijf heeft vanwege 21x32! 40.30-24 19x39 41.28x10 16-21! 42.37x28 39-44! 43.49x40 21-27! 44.22x31 26x46 en na 45.10-5 46x45 en 46.5-32 is remise de meest waarschijnlijke uitkomst.
35...22x31 36.36x27 12-17  Hoewel de witte omsingeling er dreigend uitziet, zit een sluitende winst er niet in, zoals onderstaande varianten illustreren.
37.49-43 37...7-12! 38.46-41 38...17-22 39.41-36 22x31 40.36x27 12-17 41.33-28 17-22 42.28x17 21x12 43.43-38 en na het gedwongen 23-28 44.32x23 19x28 blijft zwart nog net op de been. Belangrijk is dat op
45.29-24 het venijnige 28-33! 46.38x29 en 12-17! volgt, waarna het witte voordeel is verdampt.
Op 30...1-6  kan wit natuurlijk verder met 43-39 en (na 17-22) bijvoorbeeld 30-24x24. Maar een uitstekend alternatief heeft wit in het op het eerste gezicht bescheiden 31.30-25!? 17-22 32.35-30! 22x31 33.36x27 11-17
Op 33...12-17 is het opmerkelijke 34.43-38!? 17-22 35.49-43! 22x31 36.32-28 23x32 37.38x36 zeer goed voor wit. Ter illustratie de volgende variant: 18-23 38.29x18 13x22 39.34-29 8-12 40.29-23 19x28 41.37-31 26x37 42.41x23 11-17 43.30-24 12-18 44.23x12 17x8 45.24-20 en wit breekt binnen enkele zetten door naar dam.
34.32-28! 23x32
Na 34...21x32? volgt een grappig steekspel 35.30-24! 19x39 36.28x10 13-19 Wat anders? 37.43x34 9-13
Slecht is ook 37...9-14 38.37x28 14x5 39.34-30!  en aansluitend 25-20.
38.37x28 19-24 39.29x20 18-23 40.28x19 13x4 In schijven staat het nu gelijk, maar na 41.25-20 (of beginnen met 34-29) is de witte doorbraak niet te stuiten.
35.27x38 Wit staat nu klaar om met schijf 29 naar veld 15 te marcheren en hopelijk snel daarna naar een van de damvelden. Zwart kan alleen maar hopen dat zijn met 21-27 ingeluide tegenaanval (Wat zou wit graag zien dat schijf 46 op veld 47 stond.) sterk genoeg is om niet het hoofd te moeten buigen.
 31.43-39 22x31 32.36x27 23-28

De beste zet. Erg slecht is

32...11-17 33.39-33 1-7 34.41-36 17-22 35.30-25 22x31 36.36x27 12-17 en op het bord staat een stand die we al eerder hebben gezien. Na 49-43 of 46-41 moet zwart zwaar verdedigen, maar een analytische winst voor wit laat zich niet aantonen.
 33.32x23 19x28 34.30-24!! 21x32 35.42-38! 32x43 36.49x38

Fraai gespeeld. Wit dreigt met het dodelijke 37-31!

 26-31

De beste reactie.
Na het tegenoffer

36...28-32? 37.37x28 26-31 is zwarts hoop gevestigd op het (ogenschijnlijk) zwakke schijvenkoppel 46/41 en de ontbrekende schijf op 47, maar na 38.28-23! 31-36 39.41-37 36-41 slaat wit met 40.38-33 41x32 en 41.34-30! zwart alle hoop uit handen.
 37.37x26 28-32?
Aangewezen is 37...1-7 Wits beste kans schuilt dan in het afruilen van schijf 28 met 38.38-32
Op 38.41-37  vereenvoudigt zwart met 28-32 39.38x27 18-23 40.29x18 13x42 41.48x37 In die overblijvende stand oefent wit nog steeds enige druk uit, maar gezien het uitgedunde materiaal hoeft zwart zich waarschijnlijk geen grote zorgen te maken over de goede afloop.
38...28x37 39.41x32 Zwart staat dan onder zware druk, hoewel er analytisch niets beslist is.
 38.38x27 11-17 39.34-30!
Logischer is 39.39-33 maar na 1-7! slaagt zwart er redelijk in wit van het lijf te houden. Bijvoorbeeld 40.35-30
Een ander idee is 40.27-21 16x27 41.33-28 enzovoorts.
40...17-21 41.26x17 12x32 42.30-25 14-19! en zodra wit op veld 20 verschijnt, krijgt zwart met de ruil 9-14 weer een 'poortwachter' op veld 4.
De belangrijkste verdienste van de tekstzet is dat zwarts meest logische zet fraai wordt weerlegd.
 39...1-7?

De witte weerlegging is dermate fraai en verrassend, dat de zwartspeler er kennelijk geen oog voor heeft.

Op de been blijft zwart alleen door 39...17-21 40.26x17 12x32 te spelen. Dat is niet eenvoudig te zien, want wit voert de druk dan op met 41.39-33!
Natuurlijk niet onmiddellijk 41.30-25? in verband met 32-38! waarna op 42.39-33 18-23!= volgt.
41...1-7 en 42.30-25! Belangrijk is nu dat zwart geen
14-19? mag spelen in verband met 43.48-42! 19x30 44.35x24! 32-38 Anders volgt 42-37 w+. 45.33-28!
Of meteen 45.29-23!+-
45...38x36 46.29-23! 18x20 47.25x1+- 

Zwart moet na wits 42e zet dus lijdzaam toezien dat wit 24-20 gaat spelen en binnen afzienbare tijd doorbreekt naar dam. De computer wijst er echter op dat wit dan desondanks geen analytische winst in handen heeft. Dus zwart had zich hierop kunnen en moeten inlaten.
 40.26-21!!

Voor de tweede keer in zes zetten offert Georgiev materiaal, deze keer zelfs twee schijven. De arme Gulyaev zal niet hebben geweten wat hem overkwam.

 17x26 41.27-22!

Een heus dubbeloffer.

 18x27 42.29-23!

Wit dreigt nu door 24-19! zijn verloren schijf met maximale rente terug te winnen. Zwart heeft dus geen keus.

 13-18* 43.24-19! 18x29 44.19x10

Ten koste van een schijf baande wit zich een weg naar de damlijn. Zwart is dan ook kansloos.
Niettemin vecht hij nog ruim twintig zetten door, maar gelukkig maakt Georgiev geen fout meer en zet zijn fraai opgezette partij in winst om.

 26-31 45.30-25

Kandidaat-dam 2 rukt op.

 31-36 46.41-37 12-18 47.25-20
Aan 47.10-5 mankeert niets, maar dat geldt ook voor de tekstzet.
Niet goed daarentegen is 47.35-30? omdat zwart de schijf op 10 terughaalt met 9-14! 48.10x19 en 18-23! 49.19x28 en vervolgens met de tussenloop 29-33 50.39-34 33x22 de stand gelijktrekt. Na vervolgens 22-28 en 27-32 maakt zwart remise.
 47...18-23 48.39-34
Los van de vraag of wit gaat winnen na 48.10-4 9-14 49.20x9 8-13 50.9x18 23x12 51.4x31 36x27 52.35-30 is het volkomen begrijpelijk dat Georgiev hierin geen zin had.
Het antwoord op de vraag is overigens "ja".
 48...29x40 49.35x44 23-28 50.44-39 50...8-12 51.39-34 12-18 52.37-31
Doeltreffend is ook 52.10-4+-
 52...18-22 53.10-4
 16-21

Een slimme actie van zwart.

 54.4x1 21-26 55.1-29
Wat wit doet is logisch. Eveneens winst is 55.20-15 26x37 56.15-10 36-41 57.34-29! 41-47 Wat anders? 58.10-5 47x24 59.5x41 En zijn twee dammen brengen wit de winst.
 55...26x37 56.29-24!
Natuurlijk niet 56.20-15?  vanwege 27-32! en 37-41x41 =.
 56...27-32 57.24-13!

Mede mogelijk gemaakt dankzij wits 56e zet.

 22-27
Zwart komt ook nergens meer na 57...37-41 58.13x43 41-47 59.20-15+-
 58.13x42 36-41 59.46x37 32x41 60.20-15 41-46 61.42-24
 46-32

Het eindspel is volkomen kansloos voor zwart. Ter illustratie twee varianten:

61...28-32 62.24-42 46-41 63.42-37 Niet de enige winst, wel een efficiënte.
 62.15-10 32-16 63.10-4 16-2 64.24-47 28-32 65.4-31 2-19

Zwart ziet het zinloze in van verder doorspelen en geeft het op.