De auteur van deze partijbespreking, Martijn van IJzendoorn (rechts), in actie tijdens zijn geslaagde wereldrecordpoging. Foto: Pim Mul
Deze regels schrijf ik
ruim een maand na het verbreken van het Wereldrecord Kloksimultaan.
Nog steeds voelt het een beetje gek. Het eerste wat de aanwezigen na
afloop zich afvroegen was: waarom ging het zo makkelijk? Dat ik de
tijdnoodfase probleemloos overleefde, was onverwacht. Het enige
gevoel dat ik er meteen bij kreeg is: de volgende keer moeten er nog
minimaal tien borden bij!
Voor de bespreking van de in mijn
optiek mooiste partij van de wereldrecordpoging zal ik jullie
meenemen in mijn voorbereiding op de kloksimultaan en hoe ik er
uiteindelijk voor heb gekozen om voor vijftig borden te gaan. Het
begon allemaal ruim een jaar geleden, begin 2022, toen Jan Kok mij
opbelde met een "leuk idee". Stichting The Hague Open wilde iets voor
mij organiseren ter ere van mijn succesvolle jeugdcarrière. Aan de
telefoon kwam toen de vraag of ik geïnteresseerd was om het
wereldrecord kloksimultaan aan te vallen dat destijds op naam stond
van Alexander Georgiev. In 2015 verbrak hij het wereldrecord tegen 45
man met een percentage van ruim 75 procent, waar 70 procent voldoende
was. Jan vroeg aan mij tegen hoeveel tegenstanders ik het zou willen
doen, waarop ik vrijwel meteen antwoordde: "Tegen vijftig man!" Deze
impuls kwam vooral, omdat ik tijdens de coronaperiode online al een
keer eerder tegen veertig man simultaan had gespeeld. Mede omdat die
simultaan zo soepel verliep, koos ik ervoor om tegen vijftig man te
spelen. Velen raadden mij dit vrij snel af, omdat er werd gedacht dat
de grens van het wereldrecord net iets boven de vijftig ligt. Dat zou
betekenen dat het evenement slechts nog enkele keren georganiseerd
kan worden. Ik was en ben nog steeds van mening dat de grens ergens
tussen de zestig en zeventig borden ligt en ik zou graag de
topspelers uit willen dagen om dit record naar het genoemde aantal op
te schroeven!
Behalve van het organisatieteam van Stichting
The Hague Open heb ik in mijn voorbereiding veel hulp gehad van Koos
van Amerongen. Koos heeft onder andere in de voorbereiding naar de
wereldrecordpoging een oefensimultaan in IJsselstein georganiseerd
tegen dertig man. Tijdens deze simultaan ging het maar net goed. Twee
tegenstanders waren zo vriendelijk om de partij remise te geven
terwijl ik nog slechts enkele seconden op de klok had. De reden
waardoor ik vaak in tijdnood kwam, was omdat het me niet lukte om
snelle overwinningen te boeken. In de tweede oefensimultaan in Gouda
tegen 28 man besloot ik daarom om mijn speelstijl aan te passen naar
een wat agressievere aanpak. Dit resulteerde in een score van ruim 85
procent, zonder problemen te hebben in de tijdnoodfase. Na deze
simultaan was ik er wel van overtuigd dat de wereldrecordpoging ook
zou moeten lukken.
Voordat ik jullie vertel over hoe ik de dag
van de wereldrecordpoging heb beleefd, moet ik wel eerst iets
bekennen. Vooraf had ik het volgende in gedachten. Ik kom aan in
Gouda. Vervolgens wens ik iedereen kort voor de partij even succes
met een speech, want ik vind het uiteraard erg tof dat mijn
tegenstanders uit alle hoeken van het land zijn gekomen voor de
wereldrecordpoging. En zodra de klokken aan staan, ren ik als een
speer door die zaal en doe ik mijn ding. Dit klinkt allemaal vrij
relaxt en zo had ik het ook in mijn hoofd. Van nature ben ik
eigenlijk nooit zo snel onder de indruk, ook niet tijdens een normale
partij. Ik denk dan altijd: hier heb ik op getraind en dit is waar ik
goed in ben. Wat kan mij overkomen? Maar toen ik die ochtend opstond,
voelde ik voor de eerste keer in lange tijd weer spanning! M’n hart
ging ineens sneller kloppen voor een dampartij! Wat gebeurt er, dacht
ik meteen. Toen ik de zaal inliep, besefte ik pas dat het aantal
borden ten opzichte van de tweede oefensimultaan bijna verdubbeld
was. Desondanks voelde het ook wel weer fijn om die spanning weer
eens te voelen. Het houdt mij alert en het geeft vooral extra
motivatie om dit wereldrecord te verbreken. Toen de klokken eenmaal
aan werden gezet, was ik in mijn element. Daarna ging het, niet
helemaal vanzelfsprekend, wel hoe ik het me had
voorgesteld…
In deze analyse neem ik jullie graag mee naar de
meest fascinerende partij van de wereldrecordpoging. Op zowel
technisch als tactisch gebied biedt deze partij tal van opmerkelijke
momenten. Bovendien heb ik de afgelopen jaren een onverzettelijke
liefde ontwikkeld voor de Keller-variant, met name wanneer wit de
omsingelende kleur is. Gedurende de analyse zal steeds duidelijker
worden waarom.
Laten we gewoon bij zet 1 beginnen. Voorafgaand aan de kloksimultaan nam ik me dus voor om scherpe standen te creëren, omdat de kans op een snelle overwinning dan groter zou zijn. Mijn keuze om in vrijwel elke partij te openen met 34-29 of 33-29 zorgde meteen voor veel interessante flankspelstanden.
17-22 2.39-33 11-17 3.44-39 6-11 4.50-44 1-6 5.31-26 16-21 6.32-28Met wit kun je op dit moment uit twee zetten kiezen. Wat ik nu doe, is bedoeld ter voorbereiding van de in de partij genomen ruil 18.34-30. Het is lastig om uit te leggen wat hiervan het voordeel is, maar deze ruil voorkomt denk ik vooral dat het zwarte centrum meteen heel sterk wordt.
Ten eerste beschouw ik dit als een slechte zet, omdat zwart, bij goed spel, een prachtige aanval heeft na 14...22-27.
En ten tweede vermijd je met zwart alle mooie varianten die er kunnen ontstaan in de strijd tussen aanval en omsingeling. Bij wijze van protest werk ik deze variant niet nader uit.
Mijn tegenstander zet op dit moment vrijwillig een schijf neer op 16. In combinatie met een schijf op 27 wordt die vaak gezien als zwak. Echter in deze situatie lijkt wit met iets als 21.37-31 er niet van te kunnen profiteren, omdat zwart redelijk snel aansluiting kan vinden bij zijn aanval.
Wit heeft zijn stand ideaal opgebouwd. De constructie met 29/30/33/34/39 zorgt ervoor dat zwart op zijn lange vleugel geblokkeerd wordt. 37-31x31 is net gespeeld om zwart ook op zijn korte vleugel te blokkeren. Nu wordt zwart gedwongen om door het centrum te spelen. Als het zwart lukt om via veld 32, met een ruil als 22-27, los te komen, staat hij in de meeste gevallen goed. Wanneer wit op tijd is om dat tegen te gaan, ontstaan er prachtige vastloopvarianten die vaak in het voordeel zijn van wit.
31.30-25?21-27?
Tijdens de analyse verbaas ik me er elke keer weer over hoe nauwkeurig er gespeeld moet worden om een partij daadwerkelijk te kunnen winnen.
Ook hier is het nog steeds mogelijk om een goede stand te krijgen met zwart, mede door de inval via veld 32. Na
De bedoeling is om na 35...27-32 te antwoorden met 36.29-24! met een goede stand voor wit. De partijzet is echter niet de beste.
Van beide kanten worden er fouten gemaakt. De partijzet is niet goed omdat het alle mogelijkheden met 27-32 en 17-21 uit de stand haalt. Beter is
De enige verklaring die ik kan geven op de vraag waarom ik hier niet de beste zet heb gespeeld, is omdat ik hier een beslissing maakte in slechts enkele seconden. Ik dacht dat het hier nodig was om de linkervleugel te controleren door snel actie te ondernemen. In dit geval was het echter beter om de aanval aan de andere kant van het bord in te zetten.
Zwart komt nu toch echt in de problemen, vooral omdat de achtergebleven schijf op 12 erg zwak begint te worden.
14-19 39.25-20 19x30 40.34x25 13-19 41.29-24 19x30 42.25x34 18-23??Hier begaat zwart een ernstige fout. Noodzakelijk is
Er wordt niet optimaal geprofiteerd van zwarts laatste zet. De door
mij gespeelde zet leek me vooral overzichtelijk en ik zag niet zo
snel hoe zwart zich kon weren tegen het partijplan.
Niettemin had
de winst moeten komen van
Zwart geeft me gelukkig een herkansing. Nog nipt remise is
Hier gaf zwart op vanwege de rondslag
29x47 59.4-15 47x20 60.15x40