Met 3...20-25 brengt Iurii Anikeev (links) de zogenoemde Vos-variant op het bord tegen Martin Dolfing. Deze strategie zal uitgroeien tot een groot succes. Foto: Zainal Palmans
De Vos-variant (1.32-28 18-23 2.33-29 23x32 3.37x28
20-25) leek de afgelopen jaren geleidelijk te zijn verdwenen van het
openingsrepertoire van topgrootmeesters. Maar plotseling staat deze
variant dit jaar opnieuw in het middelpunt van de belangstelling.
Voordat we ons gaan bezighouden met een partij die vanuit deze
opening wordt gespeeld, wil ik eerst de vraag beantwoorden waaróm
grootmeesters met zwart überhaupt deze opening spelen. Ze weten toch
dat wit een betere stand heeft?
Persoonlijk zie ik de volgende
voordelen om met zwart de Vos-variant te spelen:
- Wit kan niet
snel schijven afruilen.
- Wit kan niet naar gelijkwaardig klassiek
spel overgaan.
- Wit moet actief en principieel spelen om geen
passieve stand te krijgen.
- De standen die uit de Vos-variant
voortvloeien, zijn ingewikkeld en vereisen veel rekenwerk (dat zal
blijken uit de partij die ik ga bespreken).
- Grootmeesters die
deze opening met zwart spelen, kunnen zich goed voorbereiden op het
tegenspel van hun opponent (zie opnieuw onderstaande
partij).
Dammen heeft een grote remisemarge. Het doel van een
opening is dan ook vaak niet om een betere stand te krijgen, maar wel
spannend en ingewikkeld spel, waarbij de tegenstander niet snel kan
afruilen. De Vos-variant is hiervoor een uitstekend middel.
Het is ook interessant om te vergelijken hoe Anikeev met wit speelt in deze stand. Zijn duel met Arnaud Cordier (EK 2022) verliep als volgt: 4.38-33 12-18 5.29-24 19x30 6.35x24 7-12 7.41-37 1-7
Zwart kan natuurlijk ouderwets spelen zonder de voorpost op 24 aan te
vallen, zoals in de partij A. Pylaev – A. Andreiko uit 1964. Maar dat
is niet echt kansrijk voor zwart. Voor het laatst op hoog niveau
speelde M. van IJzendoorn dat tegen H. Meijer (2022), maar eerlijk
gezegd werd dat geen succes voor de zwartspeler.
Zwart móét dus
aanvallen, maar de vraag is of dat met 14-19 of 14-20 moet en of hij
dat één of twee keer moet doen.
De aanval 14-19 ziet er minder
aantrekkelijk uit omdat de witte passieve schijf op 45 dan in spel
komt, maar zwart heeft eigenlijk geen keus als hij 4…12-18 heeft
gedaan.
Tegenwoordig is deze slag niet populair, in tegenstelling tot veertig jaar geleden, zoals in bijvoorbeeld Vadim Virny – Alexander Dibman (Kislovodsk 1982). Dibman analyseerde deze stand na dit duel urenlang. Hij wilde begrijpen of zwart hier direct 21-26 moet spelen of pas na
Wit neemt nu een strategische belangrijke beslissing. Het
alternatief is afzien van de opmars van 46 naar 37 door op de andere
vleugel te spelen.
Kingsrow heeft geen voorkeur. Zelf vind ik het
doorgaans niet fijn als mijn tegenstander, zoals in deze partij,
schijf 46 naar veld 37 brengt.
Dit voor de tweede keer aanvallen van schijf
24 met 14-20 is min of meer verplicht.
Deze zet was veertig jaar geleden voer voor
een lange discussie tussen Dibman en mij. Ik was geen voorstander van
deze opbouw, omdat ik vind dat zwart met 3-9 zijn belangrijke schijf
op 3 te snel opspeelt. Bovendien vind ik dat deze basisschijf de
verkeerde kant op gaat, omdat zwart schijf 3 later misschien goed kan
gebruiken voor een aanval op de andere vleugel.
Maar er zijn ook
goede redenen om wél met 9-14 en 3-9 op te bouwen: zwart kan
misschien met 18-23 gaan werken, maar belangrijker nog is dat zwart
in 3-9 een laatste wachtzet heeft.
Laten we in de
diagramstand eens nader kijken naar de door zwart gekozen opstelling.
Natuurlijk is Anikeev niet eerste die zo speelde met zwart.
Opmerkelijk is dat hij ongeveer een halfjaar geleden plotseling
regelmatig deze structuur ging innemen. Kijk bijvoorbeeld naar de
stand uit zijn partij tegen Sven Winkel (WK 2023).
De zwarte
structuur is hetzelfde (behalve schijf 10)! Daarom kunnen we
concluderen dat een dergelijke opbouw algemene betekenis heeft en
niet alleen in de Vos-variant gebruikt kan worden. Ook Shvartsman
kiest een dergelijke opbouw in standen waar wit een schijf op 15
heeft.
Na 19.42-38 18-22 Misschien niet de beste positionele voortzetting, maar wel de scherpste. Wellicht wilde Dolfing deze zet niet toelaten en speelde hij daarom 19.31-27.
De diagramstand betekent voor mij overigens het keerpunt in mijn verhouding met de Vos-variant. Ik had deze stelling tegen Murodullo Amrillaev in het EK 2008 en verloor. Na deze partij besloot ik geen Vos-variant tegen topgrootmeesters meer te spelen. Pas in 2019 doorbrak ik het taboe.
Nog een stap naar verlies. Twee gaten (38 en 43) in het centrum zijn niet mooi, maar het witte centrum ziet er sterk uit en het is nu niet te zien hoe zwart deze open velden kan gebruiken. Maar de positie op het bord is zeer gevaarlijk voor Dolfing. Hij heeft de illusie dat zijn stand beter is. Daarom blijft hij op winst spelen.
Een groot probleem voor Dolfing is dat het aantal varianten en de diepte ervan enorm zijn. Alles uitrekenen is praktisch onmogelijk en het is moeilijk om te bepalen wanneer je kunt stoppen met rekenen. Op gevoel spelen kan ook niet, omdat het spel te concreet is.
Ik laat slechts één van de eindeloze varianten zien: 27.44-40 9-14 28.42-38
In de variant 35.38-33 14-19 36.40-35 19x30 37.35x24 10-14 38.44-40 14-19 39.40-35 19x30 40.35x24 13-19 41.24x13 8x19 lijkt het dat de klaverbladopsluiting dankzij de extra schijf op 6 houdbaar moet zijn voor wit. Het probleem voor hem is echter de actieve schijven van zijn tegenstander. Bovendien staat het zwarte materiaal ideaal voor het eindspel. Bij wit is de situatie juist omgekeerd. Er is nu een enorm aantal varianten mogelijk. Ik zal slechts een korte spelgang laten zien: 42.39-34 20-24 43.29x20 15x24 44.34-29 2-8 45.29x20 25x14 46.33-29 14-20 47.48-43 8-13 48.43-39 13-18 49.47-42 19-23 50.39-34 6-11 51.42-38 11-17 52.38-33 17-22 en wit heeft geen zetten meer. Ik vermoed dat de diagramstand in de praktijk niet te verdedigen is voor wit.
Inderdaad is de eerste impuls het spelen van 3-8 om de vangstelling uit de stand te halen. Ook in de analyse na afloop begonnen we telkens met deze zet. Juist is echter
De eerste zet na de tijdcontrolezone van 45 zetten is meteen de beslissende fout. Dolfing had een halfuur om een beslissing te nemen. Na een dergelijk spannend middenspel moet je fysiek en mentaal fit zijn om een dergelijk eindspel te verdedigen. Ik vermoed, ook gezien dat het de 17e ronde was, dat Dolfing op dit moment zeer vermoeid was.
Dit lijkt een verzwakking. In werkelijkheid gaat zwart met schijf 11 voor een vangstelling zorgen.
48.19x41 25-30 49.36-31Wit geeft het op.
Heeft Dolfing
slecht gespeeld? Ik denk het niet. De stelling die hij kreeg, was
zeer verleidelijk en nodigde uit tot principieel tegenspel. Maar
tegelijk was de positie verraderlijk voor hem. Wit ging naar het
centrum, neutraliseerde tijdig elementaire bedreigingen, maar vond
geen afdoende verweer tegen de basisdreiging: de combinatie naar veld
45. De stand bleek te ingewikkeld voor het menselijke brein.
We
kunnen ook constateren dat Anikeev (een sterke positionele speler,
die houdt van laveren, zie bijvoorbeeld zijn winst op het WK tegen
Heusdens) heeft gezocht naar een actieve opening met zwart en die
heeft gevonden in de Vos-variant.
Met wit vond hij al langer
geleden een dergelijke opening: hij gebruikt daarvoor 1.35-30.