Variant 2.2, 2.2.1 en 2.2.1.1 Sijbrands - Beeke

26.40-34 5-10!

en nu meteen weer een nieuwe splitsing:

27.34-30

(zie analysediagram) met –ditmaal– twee opties voor zwart:

27...10-15
Variant 2.2.1.2 27...18-23! 28.30-25 23x32 29.33-29 24x33 30.39x37 19-23! (maar hier onder geen beding 30...13-18?? wegens 31.25-20!, 32.35-30 en 33.43-39 +) 31.37-32 11-16 32.32x21 16x27 waarna zwart aan de schermutselingen in de Roozenburg opnieuw een uitstekende aanvalsstand heeft overgehouden. Daarbij is opnieuw van belang dat 33.42-37 23-28! wit niet van ernstig nadeel kan vrijwaren, bijvoorbeeld 34.38-32 27x38 35.43x23 10-15! (of mogelijk dus zelfs 35...13-19!!?, ondanks 25-20-15 enzovoort) 36.37-32 22-28! 37.41-37 28x19 met superieure stelling voor zwart.
(Er is een onmiskenbare parallel met de onderlinge partij die –alweer!– Fokke de Jong in 1977 van RDG-er Piet Scheeres won. Zie de Haagsche Courant van 9 juli 1977.)
28.41-37!?

(nu kan dit wél)

18-23 29.37-32 24-29 30.33x24 22x33 31.38x18 27x47 32.31-27 13x31 33.24x4 31-37 34.4-31!

(met als tactische rechtvaardiging 34...37-41?? 35.30-24! 47x20 36.36x47 +)

47-42

en zowel na 35.30-24 42x20 36.31x48 als na 35.39-33 42x20 36.31x48 of na 35.43-38 42x20 36.31x48 ontstaat er een middenspel-met-dammen waarvan de exacte waarde zich onmogelijk laat vaststellen.

[Naar variant 2.2.2 (27. 34-29).]
[Terug naar hoofdanalyse.]