Variant 3.3 Sijbrands - Beeke

30.42-37

(zie analysediagram).

Hierop kan zwart, om te beginnen, niet goed 30...18-23? spelen wegens simpel 31.37-32 met schijf- en partijwinst voor wit. En 30...5-10? zou na 31.40-34! op zetverwisseling met (een inferieure vertakking van) de vorige variant neerkomen! Er resteren hem derhalve twee verdedigingen, waarvan de eerste dubieus is maar de tweede nét voldoende blijkt voor een puntendeling:

15-20?

(verhindert 31.37-32?? door 31...24-29! met uiteindelijk zelfs dam op 49!; maar:)

31.40-34!

(eerst zo)

18-23

(wat anders?)

32.37-32 24-29

(idem)

33.33x15 22x42 34.31x11 12-17 35.11x22 42-47 36.22-17!

(zie analysediagram)

5-10?!
Eerst 36...8-12!? 37.17x8 en daarna pas 5-10 38.15x4 47-15 39.4x29 15x3 schijnt, ondanks de vier(!!) schijven die zwart in zijn dam heeft geïnvesteerd, relatief beter te zijn.
37.15x4 47-15 38.4x29 15x12 39.44-40! 12-17* 40.34-29!!
maar vooral niet 40.39-33?=
40...17x50 41.29-23!! 19x28 42.43-39 50x33 43.35-30 25x34 44.40x38

en wit wint het 4x3-schijveneindspel.

[Klik hier om naar variant 3.3.2 Sijbrands-Beeke 1963 (30. ... 25-30) te gaan.]